Alarmclausule: wie moest er aan de (alarm)bel trekken?

Als je een dure auto wil verzekeren, moet je vaak aan extra voorwaarden van de autoverzekeraar voldoen. Achterliggende gedachte is dat een auto van €100.000 aantrekkelijker is voor het dievengilde dan een auto van €10.000. De assurantietussenpersoon moet zijn klant dus goed adviseren over die extra voorwaarden, anders kan het wel eens mis gaan. Dat blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 16 november 2022.

Aanschaf dure auto; extra voorwaarden

Een tandarts had een dure Toyota gekocht, en liet deze verzekeren via zijn vaste assurantietussenpersoon Polisdokter. Polisdokter meldde de auto aan bij Vivat Verzekeringen en vulde op het aanvraagformulier in dat de auto was voorzien van alarmklasse 3.

Op het polisblad staat echter dat de auto niet alleen een alarm uit klasse 3 moet hebben, maar ook een gecertificeerd voertuigvolgsysteem.

De tandarts heeft de auto zo’n tweeëneenhalf jaar in gebruik gehad, en toen is deze gestolen. Na onderzoek door de verzekeraar moest Polisdokter echter aan de tandarts melden dat de verzekeraar uitkering weigerde, omdat de auto niet was voorzien van een voertuigvolgsysteem.

Zorgplicht geschonden?

De vraag die aan de rechtbank wordt voorgelegd, is of Polisdokter haar zorgplicht heeft geschonden door de tandarts niet expliciet te wijzen op de alarmclausule, en door de tandarts geen polisblad te verstrekken.

De rechtbank overweegt allereerst dat het de taak is van een assurantietussenpersoon om uit te leggen wat de alarmclausule inhoudt. Verder moet hij aangeven wat het gevolg is als niet wordt voldaan aan die clausule. De assurantietussenpersoon mag niet volstaan met slechts het toezenden van het polisblad, maar moet expliciet uitleg geven, aldus de rechtbank.

Wie moet wat bewijzen?

De rechtbank doet nog geen einduitspraak, want eerst krijgen beide partijen huiswerk van de rechter mee. De tandarts krijgt het lastigste huiswerk, want hij moet bewijs leveren dat door juristen ook wel negatief bewijs wordt genoemd, namelijk bewijs dat iets niet zo is. Concreet moet hij aantonen dat Polisdokter niet of onvoldoende heeft uitgelegd dat de alarmclausule van toepassing was, niet heeft uitgelegd wat dat betekende voor de auto van de tandarts en niet heeft gewezen op het gevolg van het niet voldoen aan die clausule. Dat bewijs moet de tandarts leveren omdat Polisdokter met verwijzing naar concrete data en tijdstippen heeft onderbouwd dat zij wel degelijk op al die zaken heeft gewezen.

Polisdokter moet bewijzen dat zij voorafgaand aan de diefstal het polisblad aan de tandarts heeft verstrekt.

Voor beide partijen is er dus nog werk aan de winkel. Wordt ongetwijfeld vervolgd.