Notaris aansprakelijk voor betaling in strijd met beslag

Met het oog op de echtscheiding verkochten een man en een vrouw de echtelijke woning. De man legde vervolgens onder de transporterend notaris beslag op het aandeel van de vrouw in de verkoopopbrengst. Een jaar later bepaalde het gerechtshof Den Haag dat de vrouw een bedrag van € 278.372,50 aan de man moest voldoen.

De man verzocht het gerechtshof te bepalen dat de vrouw het verschuldigde bedrag zoveel mogelijk uit de verkoopopbrengst van de woning zou voldoen, maar het gerechtshof weigerde dat, omdat er geen wettelijke grondslag voor dat verzoek was. Daarop schreef de deurwaarder van de vrouw het notariskantoor aan en verzocht de notaris om het aandeel van de vrouw in de verkoopopbrengst, € 123.336,44, aan haar uit te keren. De deurwaarder beweerde in zijn brief dat het beslag op dat aandeel was vervallen. Daarop keerde de notaris het aan de vrouw toekomende deel van de opbrengst aan haar uit.

Enkele maanden later verzocht de man de notaris om het aandeel van de vrouw aan hem uit te keren. Het gerechtshof had de vrouw immers veroordeeld om een nog veel groter bedrag aan hem te voldoen. Toen bleek dat de notaris het geld al aan de vrouw had uitgekeerd, in weerwil van het gelegde beslag.

De man stelde daarop de notaris aansprakelijk. De rechtbank Den Haag wees de vordering in een uitspraak van 28 augustus 2024 toe, omdat op grond van de wet de notaris vanwege het gelegde beslag niet aan de vrouw had mogen uitbetalen.

Het argument van de notaris dat het gerechtshof zou hebben bepaald dat de man zich niet op de verkoopopbrengst kon verhalen, volgt de rechtbank niet. Het gerechtshof had namelijk alleen maar bepaald dat het niet de vrouw kon veroordelen om de man zoveel mogelijk uit de verkoopopbrengst te voldoen. De notaris werd dan ook veroordeeld om een bedrag van € 123.336,44 af te dragen aan de beslagleggend deurwaarder.

De man werd in de aansprakelijkheidsprocedure bijgestaan door Arent Jan Oskam van Wybenga advocaten.