Notaris in de fout bij wijzigen huwelijkse voorwaarden

Een echtpaar had voorafgaand aan hun huwelijk in 1985 huwelijkse voorwaarden laten opmaken. In 2006 wendden zij zich tot een notaris met het verzoek hun testamenten en de huwelijkse voorwaarden te actualiseren in verband met wijzigingen in het erfrecht.

In een bespreking met de notaris vertelden de echtelieden dat volgens de huwelijkse voorwaarden van 1985, winst uit onderneming niet gold als inkomen dat de man met de vrouw moest verrekenen. Na ontvangst van de voorwaarden uit 1985 stelde de notaris nieuwe voorwaarden op, waarin hij de winst uit onderneming uitsloot van verrekening.

In werkelijkheid sloten de voorheen bestaande huwelijkse voorwaarden van het echtpaar helemaal niet de verrekening van inkomsten uit onderneming uit. De notaris had dan ook zelfstandig moeten vaststellen dat de nieuwe huwelijkse voorwaarden een aanmerkelijk nadeel voor de vrouw zouden betekenen.

Toen in 2009 de echtscheiding van het stel werd uitgesproken, ontdekte de vrouw wat er was gebeurd en vorderde in een procedure bij rechtbank, gerechtshof en Hoge Raad de vernietiging van de nieuwe huwelijkse voorwaarden. Ook de man zag zich als gevolg daarvan genoodzaakt om forse kosten te maken voor een advocaat.

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde dat de notaris een beroepsfout had gemaakt. Op de notaris rustte de plicht om beide partijen te informeren en de vrouw bovendien te waarschuwen voor het gevolg van de wijziging van het inkomensbegrip in de huwelijkse voorwaarden. Op de notaris rustte ook de plicht zich ervan te vergewissen of partijen dit gevolg begrepen en daadwerkelijk wilden.

Omdat de notaris zijn zorgplicht niet was nagekomen, oordeelde het gerechtshof dat de notaris aansprakelijk is voor de door hem gemaakte beroepsfout en werd hij veroordeeld tot vergoeding van onder meer de door de man gemaakte proceskosten voor de procedure tot vernietiging van de huwelijkse voorwaarden.