Verjaringstermijn redt notaris van schadevergoeding voor doorlopende fout

Dat u een vordering vanwege beroepsaansprakelijkheid heeft, ontdekt u vaak niet direct. Dat kan de vervelende consequentie hebben dat uw wederpartij zich succesvol op verjaring kan beroepen. Dat betekent dat u niet langer succesvol uw schade kunt verhalen. Maar wanneer begint de verjaringstermijn nu te lopen als sprake lijkt te zijn van een doorlopende beroepsfout? De Hoge Raad heeft daar onlangs duidelijkheid over gegeven, in een arrest van 27 november 2020.

Beroepsfout notaris
Mevrouw X en meneer Y trouwden in 1972 in gemeenschap van goederen. In 1992, 20 jaar later hebben ze bij notaris Z alsnog huwelijkse voorwaarden laten opstellen. Nadat een akte huwelijkse voorwaarden is gemaakt, moet deze ingeschreven worden in het huwelijksgoederenregister, zodat de voorwaarden derdenwerking krijgen; de echtgenoten kunnen zich dan tegenover derden beroepen op de afspraken in die voorwaarden. Notaris Z heeft in dit geval echter verzuimd om de voorwaarden in het huwelijksgoederenregister in te schrijven. Dat dat een beroepsfout van de notaris oplevert, is geen discussiepunt; de notaris is verplicht om zo’n akte (in de woorden van de Hoge Raad) “met de meeste spoed in te schrijven”, en vervolgens ook om te controleren dat die inschrijving daadwerkelijk heeft plaatsvonden.

Doorlopende beroepsfout?
In 2011 werd meneer Y toegelaten tot de wettelijke schuldsanering. Mevrouw X diende bij de bewindvoerder een vordering op meneer Y in van ruim € 200.000. De bewindvoerder weigerde deze vordering op te nemen op de lijst van erkende concurrente schuldeisers, omdat de huwelijkse voorwaarden niet in het huwelijksgoederenregister zijn ingeschreven. Daarover is vervolgens zonder succes geprocedeerd tussen mevrouw X en de bewindvoerder. Toen de schuldsanering van meneer Y eindigde, heeft mevrouw X dus geen geld ontvangen.

In 2014 heeft mevrouw X vervolgens de notaris aansprakelijk gesteld voor het mislopen van een uitkering uit de schuldsanering als gevolg van het niet-inschrijven van de huwelijkse voorwaarden. De notaris heeft zich op verjaring beroepen; de algemene verjaringstermijn bedraagt 20 jaren, en de aansprakelijkstelling volgde méér dan 20 jaren nadat de akte was opgesteld.

Mevrouw X stelde zich op het standpunt dat van verjaring geen sprake kon zijn, omdat er sprake zou zijn van een doorlopende beroepsfout. Immers, de notaris kon zijn fout op elk moment herstellen door de akte alsnog in te schrijven.

Oordeel Hoge Raad
Het hof had geoordeeld dat de notaris tekort schiet in zijn verplichtingen als hij zes weken na het passeren van de akte nog steeds de akte niet heeft ingeschreven. De verjaringstermijn begint daarmee dus in dit geval zes weken na het moment dat de akte is gepasseerd. Notaris Z is pas méér dan 20 jaren na afloop van die zes weken aansprakelijk gesteld, dus op een moment dat de vordering al verjaard was. De notaris beriep zich volgens het hof dus terecht op verjaring.

De Hoge Raad volgt het oordeel van het hof. Het tijdstip waarop de gebeurtenis plaatsvond, is het moment waarop de notaris nog had kunnen inschrijven zonder tekort te schieten richting zijn opdrachtgever, en dat is zes weken na het passeren. Inderdaad had de notaris daarna nog jarenlang de gelegenheid om de akte alsnog in te schrijven, maar de notaris was al tekort geschoten en kon dat tekortschieten – door het verstrijken van de termijn van zes weken – ook niet meer ongedaan maken.

De Hoge Raad overweegt verder dat het in het belang van de rechtszekerheid is dat de termijn van 20 jaar een vaststaand aanvangstijdstip heeft. Deze termijn begint volgens de Hoge Raad te lopen door de schadeveroorzakende gebeurtenis, zelfs als u als benadeelde niet van het bestaan van uw vordering op de hoogte bent, als het onzeker is of er schade is, of als de schade zich pas later manifesteert. Het is in het belang van de rechtszekerheid dat de termijn van 20 jaar een vaststaand aanvangstijdstip heeft.

Al met al dus een zure uitkomst voor mevrouw X, want zeg eens eerlijk, hoe vaak kijkt u in het Huwelijksgoederenregister?